Afschaffing pensioen in eigen beheer (DGA)

Het kabinet wil per 2017 af van pensioenopbouw binnen de eigen bv (PEB). De directeur-grootaandeelhouder (dga) zal samen met zijn adviseur een keuze moeten maken hoe hij nu verder zijn oudedagsvoorziening wil vormgeven. De dga heeft in beginsel vier opties.

Optie 1: afkopen met korting

Vanaf 1 januari 2017 heeft de dga de mogelijkheid om het pensioen in eigen beheer ‘af te stempelen’ van de commerciële naar de fiscale waarde en deze daarna met korting af te kopen. De bv moet dan loonbelasting betalen over de fiscale waarde minus een korting. In de laatste brief van de staatssecretaris wordt een korting van 34,5 procent voorgesteld over de fiscale waarde van het pensioen. Om te voorkomen dat een dga nog snel even bij zijn bv (extra) pensioenrechten verwerft, is voorgesteld de balanswaarde per eind 2015 het uitgangspunt te laten zijn voor de afkoop van de fiscale pensioenwaarde. Over het nog eventueel in 2016 opgebouwde pensioen in eigen beheer mag dus geen korting worden gehanteerd.

Ook in 2018 en 2019 mag het pensioen in eigen beheer nog ‘goedkoop’ worden afgekocht. Wel nemen de kortingspercentages elk jaar af. Zo bedraagt bij afkoop in 2018 de korting 25 procent en in 2019 19,5 procent. Ondanks de korting bij afkopen is het wel van belang dat de dga over liquiditeiten beschikt. De dga die nu al of op korte termijn over voldoende middelen beschikt, kan profiteren van de hoogste korting op de verschuldigde loonheffing.

Praktijkvoorbeeld

Stel, de dga heeft een fiscale pensioenvoorziening van 350.000 euro en hij koopt zijn pensioen af in 2017, dan moet hij over 229.250 euro maximaal 52 procent belasting betalen. Per saldo draagt hij 119.210 euro af aan de fiscus. Het restant van 230.790 euro ontvangt de dga in privé (zie kader 1). Hij kan er ook voor kiezen om de voorziening van 350.000 euro in de bv te laten als lening of als kapitaalstorting (agio). Verderop in dit artikel ga ik in op wat te doen met het restantbedrag van ruim 230.000 euro. Door het pensioen in eigen beheer af te kopen is het probleem van de dividendklem in een keer opgelost.

Het bedrag van in dit voorbeeld 119.210 euro aan te betalen loonbelasting moet wel direct worden betaald en daarmee aan het bv-vermogen worden onttrokken. Voor veruit de meeste bv’s geldt dat dit vermogen vastzit in de bedrijfsmiddelen die noodzakelijk zijn voor het runnen van de onderneming. Er zijn dan eenvoudigweg niet voldoende vrije liquide middelen om de belastingschuld te voldoen. In het geval de dga over onvoldoende liquiditeiten beschikt, kan hij wellicht bij de bank of bij derden een financiering afsluiten om alsnog het bedrag aan loonheffing te voldoen per 2017. Dit zal echter lang niet voor alle bv’s mogelijk dan wel wenselijk zijn. De afkoop kan ook worden gebruikt om de eventuele rekening-courantschuld van de dga aan zijn vennootschap af te lossen.

Kiest de dga voor afkoop van het pensioen in eigen beheer in 2017, dan levert hem dat 17.290 euro meer op dan wanneer hij het PEB in 2018 afkoopt en 27.300 euro meer dan wanneer hij het in 2019 afkoopt. Anders gezegd: de effectieve belastingdruk bij afkoop neemt toe van 34,1 procent in 2017, naar 39 procent in 2018 tot 41,9 procent in 2019 (zie kader).

2017 2018 2019
Commerciële waarde ultimo 2015 € 750.000 € 750.000 € 750.000
Fiscale waarde ultimo 2015 € 350.000 € 350.000 € 350.000
Fiscale waarde incl. korting € 229.250 € 262.500 € 281.750
Grondslag loonheffing € 229.250 € 262.500 € 281.750
Verschuldigde loonheffing (52%) € 119.210 € 136.500 € 146.510
Terug te ontvangen van fiscus, box 3 € 230.790 € 213.500 € 203.490

kader 1: Voorbeeld berekening korting bij afkoop PEB 2017, 2018 en 2019

Optie 2: omzetten in oudedagssparen

Mocht de dga zijn pensioenvoorziening in eigen beheer niet kunnen of willen afkopen, dan kan hij kiezen voor optie 2: het omvormen van pensioen in eigen beheer tot oudedagssparen in eigen beheer (OSEB). Deze voorziening mag op de balans van de vennootschap blijven staan. In deze variant mogen de pensioenrechten eerst worden afgestempeld naar de fiscale balanswaarde. Vervolgens mag deze waarde zonder loonheffing en vennootschapsbelasting worden omgezet in een oudedagsspaarverplichting.

Voordeel van de omzetting in de spaarvariant is dat het verschil tussen commerciële en fiscale waarde verdwijnt. Hierdoor wordt de dividendklem – het niet kunnen uitkeren van dividend doordat er te weinig kapitaal staat tegenover de commerciële pensioenvoorziening -, waar veel bv’s mee worstelen, opgelost en kan de dga weer dividend uitkeren. Voorts kan de omzetting geheel geruisloos plaatsvinden, zodat geen belastingschuld ontstaat. Daarbij blijft het voor de dga mogelijk om binnen zijn vennootschap gefacilieerd pensioen op te bouwen, zodat de middelen voor de onderneming beschikbaar blijven.

Op deze wijze wordt ook het toekomstige investeringspotentieel van de onderneming niet beperkt. De oudedagsspaarverplichting wordt pas belast als er wordt uitgekeerd. Uiterlijk op AOW-leeftijd moet het opgebouwde kapitaal in twintig jaar (+ de jaren voor de AOW-leeftijd als de uitkering eerder ingaat) in gelijke bedragen worden uitbetaald. Omdat de opbouw onbelast mocht plaatsvinden, worden de uitkeringen progressief belast in box 1.

Op grond van de brief van Wiebes lijkt het erop dat de spaarvariant niet worden toegepast als de pensioenuitkeringen al zijn ingegaan. De staatssecretaris heeft zich trouwens nog niet uitgelaten over de mogelijkheid om – bij gebrek aan voldoende liquiditeiten – deels af te kopen en deels om te zetten in de spaarvariant.

Optie 3 en 4

De dga wordt trouwens niet verplicht om het pensioen in eigen beheer af te kopen of om te zetten in oudedagssparen eigen beheer. Hij kan ook kiezen voor een derde optie, te weten het premievrij voortzetten van het al opgebouwde pensioen in eigen beheer. Verdere opbouw van het pensioen in eigen beheer is dan dus niet mogelijk.  Ook kan de dga mogelijk gedwongen worden om voor deze optie te gaan als zijn partner geen toestemming geeft voor afkoop of omzetting van het pensioen in eigen beheer.

De dga kan er ten vierde ook voor kiezen om de fiscale waarde van de voorziening in zijn geheel onder te brengen bij een externe pensioenverzekeraar. In dat geval moet het gehele bedrag van de fiscale pensioenvoorziening uit de onderneming worden gehaald en worden afgestort bij een verzekeraar. Dit afstorten zal ook gepaard gaan o.b.v. commerciële grondslagen die een verzekeraar hanteert. Hiermee wordt de pensioenverplichting buiten de risicosfeer van de onderneming gebracht. Dit betekent echter wel dat de pensioenverplichting als kapitaal – inclusief de eventuele vervolgpremies – uit het ondernemingsvermogen van de vennootschap verdwijnt en hiermee geen investeringen meer kunnen worden gedaan. Aan de andere kant kan de dga zijn pensioenpot ook niet langer nu al ‘opsouperen’.

Restantvermogen naar box 3

Stel, een dga kan en wil zijn pensioen in eigen beheer afkopen (optie 1). Dit betekent dat hij zijn salaris mogelijk zal moeten verhogen om te voldoen aan de regels van het gebruikelijk loon (zie de kop ‘gebruikelijk loon’). Verder zal hij na afkoop een (flink) bedrag overhouden in box 3. In het eerder gegeven voorbeeld is dit een bedrag van zo’n 230.000 euro. Dit bedrag is nu weliswaar uit de fiscale greep van box 1, maar zal dikwijls als doel houden om in een toekomstige ‘levenslang’ pensioen te voorzien. In de meeste gevallen zal moeten worden voorkomen dat de dga zich rijk rekent en het ontvangen bedrag gaat consumeren. Het vermogen is immers nog steeds bestemd om te voorzien in een oudedagsvoorziening. De belangrijkste doelstelling voor velen is namelijk het voortzetten van het huidige uitgavenpatroon na pensionering.

Gebruikelijk loon

Het loon van de dga moet voldoen aan de regels van het gebruikelijk loon (volgens artikel 12a van de Wet op de loonbelasting). Dit om te voorkomen dat de dga te weinig loonbelasting voldoet en zijn inkomsten als dividend aan privé uitkeert. Dit laatste is fiscaal voordeliger. Doordat het pensioen in eigen beheer komt te vervallen zal de dga geen pensioenbijdrage meer betalen. Het vervallen van deze bijdrage zal ertoe leiden dat de dga zijn salaris wellicht zal moeten verhogen.

Financiële planning

Welke optie het beste past, hangt af van veel factoren, waaronder leeftijd, vermogen in box 3 alsmede huidige en toekomstige liquiditeit positie binnen de BV én in privé. Een goede keuze maakt de dga op basis van een financiële planning. Wij hebben de beschikking over software voor financiële planning en kennis om u hierbij te ondersteunen.

Afschaffing pensioen in eigen beheer (DGA)
Beoordeel deze pagina

Heeft u vragen? Wij helpen u graag verder!

drs. Wim van der Kamp

drs. Wim van der Kamp

088 - 020 45 19

Wim is erkend financieel adviseur bij FDC en gespecialiseerd adviseur Duurzaam Wonen. Tevens is hij docent economie / bedrijfseconomie, ondernemerschap & financiële zelfredzaamheid.

Maak een (bel) afspraak

Stuur ons een e-mail

Telefonisch contact

U kunt ons bereiken op nummer 088 - 020 4520.